Toen jij me ooit liefhad, had ik bij jou leven
en gaf je mijn liefde terug
Omdat jij me er kooide en opsloot in't leven
verlang ik mijn vrijheid en zucht
ook al zocht ik de woorden die dat konden zeggen
steeds ging er een doek over mij
het zingen van vreugde verdween uit mijn leven
en maakte van hartstocht een pijn

Waarom moet een mens je toch steeds maar beheersen
en kan naast die ander nooit staan
besef hij dan nimmer voor gevangen in 't leven
komt een tijd dat die deur openslaat
Dan zoekt hij zijn hartstocht en liefde en vrijheid
en sluit dan voor immer zijn kooi
want gevangen als iemand die nooit meer mag leven
dat voelt in een leven als  ... nooit!